Reisverslag

Hetklimaat in Mexico.

Erzijn twee seizoenen. Het droge seizoen (wintertijd) loopt van oktober tot mei.Het regenseizoen (zomertijd) is van mei tot oktober. Gedurende deze periode loopje dagelijks grote kans om in de namiddag verrast te worden door een korte, maarhevige plensbui. De rest van de dag is het vaak zonnig en aangenaam met eengemiddelde temperatuur van 30 á 35 graden Celsius.

Inleiding.

Reizendoor Mexico, Guatemala en Belize is een ontmoeting met oude beschavingen als deMaya’s, Tolteken, Zapoteken en Azteken. Ruïnes van steden, tempels, piramidenen paleizen krijgen we te zien. Een reis die door ruige bergen, groenehooglanden en tropische regenwouden voert.

Reisverslagvan 20-10-99 tot 28-10-99

Bijaankomst om 16:00 uur ’s middags op het vliegveld van Cancun na 10Ѕ uurvliegen regende het pijpenstelen. Wat moest ik verwachten van het weer deze weekmet zulke zware hoosbuien bij aankomst? En dan te bedenken dat we veel tempelswilde gaan beklimmen! De aankomst in de hal van het vliegveld was best vreemd.Strenge blikken van de frontera guardia waarvan bekend is dat vele mensen indienst van de rijksoverheid behoorlijk corrupt zijn. Maar hierover later meer.Onze reisleidster voor die week, Vivian, is zeer begaan met het land en vanafhet begin kregen we van haar een boeiende verslaggeving over het land en zijnbevolking en eventuele regels die belangrijk zijn bij het passeren van deverschillende grenzen.

Cancun,een stad vol hotels en volop mogelijkheden voor de moderne mens. Mede dankzij deAmerikanen zijn de grotere kuststeden enorm in opkomst. Vooral het duiken ishier erg populair waardoor Cancun zijn vele toeristen aantrekt. Duikers kunnenhier volop genieten van de prachtige koraalriffen in de Caribische zee.

Dereis gaat van Cancun naar Tulum maar ondertussen stoppen we bij een winkeltjemet een aangrenzend buitenfabriekje.

 

Jongeren bewerken buiten het zwartegesteente (obsidiaan) wat van de vulkanen afkomt. Dit materiaal is het goud vanMexico en wordt bewerkt tot schitterende Maya maskertjes en beelden waartoeristen dol op zijn. Geloof alleen niet te veel in de informatie die je bijhet beeldje krijgt als je daar naar vraagt want dit kan wel eens verkeerdeinformatie zijn. Mexicanen doen veel om hun spulletjes te verkopen (op een nettemanier). Vraag desnoods aan kenners als tempelgidsen of de nu nog overgeblevenMaya afstammelingen wat de houding, het uiterlijk of de mimiek van het beeldjeinhoudt. Zo kocht ik twee obsidiaan Maya beeldjes waarvan de makers me verteldedat het de God van de regen en de God van de zon zijn. Later in een hotel, ikhad zin in een praatje met een Mexicaan, liet ik mijn mooie koop zien aan dereceptionist die ontzettend moest lachen om de informatie die ik gekregen hadover de beeldjes toen ik hem dat vertelde. Hij legde me uit dat ik naar dehouding van de beeldjes moest kijken en dat het vaak offerhoudingen zijn. Hetene beeldje stelde een Maya voor die een bloemenoffer bracht aan zijn god in dehoop een goede vruchtbaarheid tegemoet te zullen gaan. Het andere beeldje wasniet geheel duidelijk om wat voor offer het zou gaan.  Ondertussen vang ik een gesprek op van de manager van hethotel en een rijke Amerikaan waarmee dit hotel in zee is gegaan om het verblijfvan de toeristen zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De Amerikaan had in zijnthuisland een flinke promoot gedaan om zoveel mogelijk Amerikanen in dit hotelte plaatsen. En dat was hem duidelijk gelukt. Het hotel werd grondig geschrobden kreeg een likje verf van het personeel aldaar. De manager van het hotel wildewel even aan de Amerikaan kwijt dat hij liever Europeanen in zijn hotel wilde.Hij is van mening dat Europeanen meer interessen hebben in de cultuur en debevolking van zijn land terwijl bij hem de Amerikanen bekend staan als luie,zuipende zeurkousen met weinig respect voor de bevolking en interesse voor decultuur. Tja, hier kan ik niet over oordelen. De rest van Amerika is mij noggeheel onbekend.

Tulumbetekent“hek”of “muur”. De site heeft deze naam omdat hij omgeven is door eenmuur alhoewel deze plek vroeger waarschijnlijk zama heette en eenafgeleide is van Zamal wat ochtend betekent. Tussen de kastelen en de “tempelvan de wind” ligt een breuk in een klif die makkelijk toegankelijk is vanafhet witte strand dat waarschijnlijk bedoeld was als handelsroute. Handel was ergbelangrijk voor de Maya’s en dit gebeurde over lange afstanden. Honing, tabak,vanille, rubber, veren en jaguar huiden waren de belangrijkste handel. Tulumligt zo’n 131km van de grote toeristenstad Cancun. 

Onzereisgids Vivian verteld ons dat het belangrijk is dat we vroeg in de ochtendende tempels bezichtigen omdat de temperaturen dan nog aangenaam zijn en wehierdoor ook de enorme drukte voor zijn. Per slot van rekening zitten we inTulum nog steeds dicht bij de al veramerikaanste stad Cancun en Playa Del Carmen.Het was ondanks de vroegte al behoorlijk warm dus besloten we een zonnehoed tekopen en ons goed in te smeren. De rondleiding wordt door een plaatselijke gidsgegeven. Hij verzorgt de rondleidingen vanaf het begin dat deze site is ontdekten opgegraven.

Aanhet einde van de ochtend wordt de reis voortgezet richting Chetumal. Onderwegregent het steeds. Dit zijn de laatste regenbuitjes van het einde van deregentijd. 

De rit duurt zo’n 2.5 uur maar er wordt ondertussen gestopt in hetdorp Pelippe Carillo Puerto. Daar wandelen we over een markthal waar mengroente, fruit en vleeswaren kan kopen. Voor Europese begrippen ziet het erallemaal vies uit. Vliegen en ander ongedierte kruipen over vlees, bananen, papaja’s.Onze reisleidster Vivian laat zien dat zij het inmiddels gewoon allemaal kaneten nu ze 8 maanden in Mexico woont. Ook valt ons op dat er veel smerigebastaardhonden rondstruinen door de dorpen en steden zonder enig thuis. Debeesten zijn van niemand en van iedereen en moeten maar aan hun dagelijksekostje zien te komen. De Mexicanen zijn lieve, aardige mensen maar als het omhonden gaat dan hebben die pech. De Mexicanen reageren zich af op deze beestenwant gaat het niet goed met een Mexicaan en een hond passeert zijn weg dan kande hond een geweldige trap krijgen. ‘s Avonds bezoeken we het Maya museum vanChetumal. Een indrukwekkend stadje. In het Maya museum worden zoveel mogelijktafereeltjes geschetst zoals de lagere Maya stammen vroeger leefde. Ook leren we hoe de tellingen in hun tijd verliepen via een groot elektronischtelraam. Eén stip is één en een staafje is vijf. Elk cijfer staat weer vooreen afbeelding die voornamelijk Maya hoofdjes voorstellen. De maanden worden ookafgebeeld. Zo heeft de maand 27 februari tot 17 maart de afbeelding die“Zac” heet in het Maya’s. Ook is er een afbeelding van de regengod. Dezemaand heet “Zotz” en valt van 10 oktober tot 29 oktober. In de Maya tijdwaren er 13 maanden. De Maya’s hielden de planeet Venus scherp in de gaten omtot deze telling te komen. Elke maand had 20 dagen, behalve de laatste maand,die bedroeg maar 5 dagen. Dit alles is een ingewikkeld astronomisch gebeurengeweest waarvoor ik de lezer verwijs naar het boek : “de voorspellingen van deMaya’s ontsluierd” ( de geheimen van een verdwenen beschaving). Van: Adrian Gilbert & Maurice M.Cotterell.( zie bibliografie)

Devolgende dag rijden we richting de grens van Belize. Belize is een vlakland met 250.000 inwoners en is een Britse kolonie. Er wordt hier betaald met deBelize Dollar. Van tevoren legt Vivian ons uit dat het erg van belang is eenvriendelijke blik te hebben zodat we onze koffers niet twee keer uit de bushoeven te laden en in het ergste geval, de koffers compleet te legen. Vooral dielui van de rijksoverheid het gevoel geven dat ze erg belangrijk en intelligentzijn werkt geweldig. Op dat moment voel ik me een domme Europeaan. Met precisieworden de stempels vakkundig in de paspoorten gezet maar hun uiterlijk overtreftalles. Weer die strenge blik en om de toeristen te intimideren een grote,donkere zonnebril en veel goud om hun hals en vingers. Klaar voor de strijd omeventuele drugs of gevaarlijke wapens in beslag te nemen om die later zelf teverkopen aan Mexicanen of Belizenaren. Maar ook niet onbelangrijk is dat de grenspolitie de overstekende toeristen graag pest met dit soortpraktijken als koffers uit de bus, uitpakken weer in pakken en bij de volgendecontrole weer hetzelfde ritueel! In de hoop wellicht nog wat tegen te komen watmen in beslag kan nemen. We hadden geluk. Bij het halen van de stempel op onspaspoort en het laten inzien van ons persoonlijk visumpje (in Mexico verplicht)hoefde de 35 koffers maar één keer uit de bus te worden gehaald en niet eensuitgepakt. Wat  ik de Mexicanen enBelizenaren absoluut wil toegeven is dat de stempels werkelijk prachtig zijn.Mexicanen en Belizenaren uit omringende dorpen en steden verdienen hun geld methet wisselen van contanten en het helpen in- en uitladen van de koffers. Eenkleine gift aan drie mannen doet wonderen en in no-time zijn de koffers uit enook weer in de bus. Ik praat wat met de bevolking van Belize. Ik vraag wat zehier doen bij de grens waarop ik een wedervraag krijg of ik misschien Pesos ofDollars wil wisselen tegen de Belize Dollar. Ik vertel de man dat ik het nietnodig heb omdat dit al geregeld is. Het gesprek gaat verder met de vraag van deman of Koningin Elisabeth (zij staat op de Belize Dollar) ook mijn koningin is.Ik probeer de man met een tekening in het zand uit te leggen waar Nederland ligten hoe onze koningin heet. Hij begrijpt mij maar maakt duidelijk dat hij weethoe Engeland er op kaart uit ziet maar niet weet waar het op de wereldkaart zoumoeten liggen. Ook wil hij weten wat voor weer het in mijn land is. Als ik hemvertel over de vier seizoenen leek hem dat een prima land omdat het in Belizealtijd veel te warm is. Dan is het weer tijd om te vertrekken. Ik neem afscheidvan de Belizenaar. Onze rit gaat verder door het land Belize en we rijden langssuikerriet en papajavelden. 

De papaja’s werken prima tegen inwendigeparasieten en horen bij de dagelijkse kost. Suikerriet staat hier nummer éénwat de belangrijkste inkomsten betreft, tenminste, als je de wapenhandel endrugshandel even wegdenkt. We naderen het dorpje Orange Walk waar we een boombekijken die “flampoyant” heet. Een boom die symbool staat voor dit land. Tijdens deze lange rit waan je je hier in ‘the middle ofnowhere’ maar ineens staat daar een suikerriet fabriek. Als het suikerriet vande velden afgehaald is staan vele vrachtwagens in een lange rij te wachten totze hun geoogste suikerriet bij de fabriek kunnen inleveren. Westoppen even bij de “Mopan”. Een rivier die door Belize slingert. De rivieris niet schoon maar schitterend om te zien omdat hij van die prachtigeslingeringen door dit land maakt. 

Ergopvallend zijn ook de huizen in Belize. De meerderheid is gebouwd op palen. We zetten onze reis weer voort naar devolgende tempels. Het landschap wordt nu meer heuvelachtig en donkerewolken vormen zich boven ons hoofd. Veel regen is tussen deze bergen en heuvelsgeen uitzondering.

<tableborder=”0″>

Xunantunich. Middels eenaan een wiel draaiend naar de overkant gebracht pondje over de rivier de“Mopan” en een steile klim van 3 kilometer naderen we de site vanXunantunich wat betekent vrouwen van de rotsen. Het is één van de grootsteceremoniale centrums in Belize River valley een heuvelcitadel gelegen aan desnelweg van Belize niet ver van de Guatemalteekse grens. Een klassieke, voorChristus 9de eeuwse, kleine site.

Wemoeten ontzettend lachen om de hoofdgids van deze site. Hij baalt er namelijkvan dat we tegen sluitingstijd aan komen zetten, omdat hij een uur nodig heeftvoor de te geven informatie en hij is ook nog eens zijn stem verloren door hetvele praten. De gids die hem vervangt is een klein, slissend mannetje met eenbril van jampotglazen. Het is een genot om deze jongen enthousiast te horenvertellen over Xunantunich. En charmant is hij ook nog. Elke stap die je tot eeneventuele val kan brengen steekt hij zijn hand uit om je te helpen. Er zijn hier“bijna” ongelukjes genoeg gebeurd weet hij me te vertellen en je valtbehoorlijk wat metertjes bij een misstap. Na deze kleine site vervolgen we onzeweg en doen we het dorp Calle aan waar we wat rondwandelen en de lekkernijgebakken banaan kopen. Bananen zijn hier zo vol van smaak omdat ze totaalzongerijpt zijn. Vooral de mini banaantjes zijn een waar snoepje. Een banaan uitde Nederlandse winkels gaat er bij mij tegenwoordig niet meer zo vlot in.Overigens, even ter uwer informatie! Aan dunne ontlasting ontkom je hiernauwelijks. Belangrijker is dat je er voor zorgt dat dit niet overgaat indiarree. En de meeste toeristen lukt dit aardig dankzij de goede informatie vande GG en GD.

Aangekomenbij de Grens van Belize naar Guatemala begin ik behoorlijke angstige gevoelenste krijgen. Zoals overal op zaterdag leeft de boel pas ’s nachts. En aangeziende wapenhandel en drugshandel nummer één staat in Midden Amerika zie ik nu overal corrupte agenten en mannen in donkerekleding bedelend om geld te wisselen. Je kunt je voorstellen dat ik vond datdeze mensen er eng uit zagen. Zo ongeveer alle dames van het reisgezelschapbleven naast hun mannelijke partner staan en bovenal was er van tevoren gezegddat we maar beter bij elkaar konden blijven. Ik voorzag de gevolgen dus deedkeurig wat mij opgedragen werd. Vivian wilde de mannen van het grenskantoorgeenszins aanleiding geven dus nam ze de enige mannelijke vrijgezel van hetreisgezelschap mee het kantoor in om daar alle 35 paspoorten te laten zien enstempelen. En ik kan je verzekeren, het duurt dan lang voordat je die veiligebus weer in kan. Niks, fijn praatje met de bevolking. Dit keer even niet.

 

Guatemala.Ditis een busreis naar het verleden en het heden van het kleurrijkste land vanMidden-Amerika. De reis is een beetje angstig doordat we nu in totale duisternisrijden en er vele dieren als honden, paarden, schapen en varkens en mensen langsde kant van deze weg leven. Al met al schijnt het nog een behoorlijkezeldzaamheid dat er ongelukken gebeuren. Guatemala is een land dat voor eengroot deel overwoekerd is door de jungle, waarin Maya tempels verborgen liggen. Florés, een schiereiland midden in de El Petén jungle, eenlange tocht door het regenwoud van Noord Guatemala waar verzonken in het groende Maya tempels van Tikal schuilen onder machtige kruinen vande kapokbomen. Een broeierige jungle van waaruit het gekrijs van de toekans enhet gebrul van de apen opstijgt. Tikal is de meestbekende stad sinds 1847 en grootste metropool uit de klassieke Maya periode.We zien de lucht van strak blauw razendsnel loodgrijs worden en de regenbuiovertrekt vele vierkante kilometers waar eeuwen geleden tienduizenden ItzaMaya’s hunbelangrijkste steden optrokken ennaast elkaar leefden. Tempels I , II en III geven een prachtig uitzicht over deAkropolis en de lager gelegen tempels.  

Wemaken gevaarlijke wandelingen over de verschillende tempels en genieten van dehiërogliefen die in enkele tempels te zien zijn. Onze Tikal gids Jolanda laatons verschillende inheemse diersoorten zien als brulapen, spinapen, gieren,toekans en een tarantula. Jolanda is een snel gidsje. Het enige wat ze wil isons van zo veel mogelijk informatie voorzien en ze vraagt dan ook regelmatig ofwe het begrepen hebben. Haar man was de volgende na haar vader die de toeristenvan informatie voorzag als het gaat om de tempels van Tikal. Om een of andereduistere rede is hij gevangen genomen en zat in die tijd al drie maanden vast.Jolanda is opgegroeid in deze jungle en weet ons buiten de informatie over deverschillende tempels enorm veel te leren over de natuur. Ze bespeurt enkeletoekans en wil dit de groep niet onthouden. Ze neemt ons de jungle in en maantons tot stilte. En ja hoor, het prachtig gekleurde dier zit hoog in dekapokbomen op de uitkijk en roept ons vriendelijk toe. Het geroep naar debrulapen doet ons even versteld staan als blijkt dat de apen na enkele secondenreageren. We krijgen alleen de kans niet om de apen echt goed te zien omdat heterg dichtbebost is. Legers rode mieren kruisen je pad. Met de blaadjes die vijfkeer groter zijn dan zijzelf maken ze lange rijen. Steeds als we zo’n legertjetegenkwamen riepen we dat iedereen voorzichtig moest lopen. Ineens zie ik in deverte mijn reisgenoten op een gevaarlijk richeltje van een tempel staan en doesnel een schietgebedje. 

Na het beklimmen van tempel II kreeg ik meteen een warespierverzuring en besloot nu alleen nog maar de kleinere tempels van hetakropolis te beklimmen waar er zo vele van zijn in Tikal. Water, dat was hetenige waar ik nog naar snakte in de hitte. Ik leun tegen een tombe waar deMaya’s vroeger hun offers voor hun koning op legden en geniet van het uitzichtvan het akropolis en het o, zo gevaarlijk te beklimmen tempel I wat helaas nietmeer mocht wegens levensgevaar. Aan het einde van deze bezichtiging genieten wenog een 3 kilometer lange jungletocht langs prachtige lianen en planten die ikthuis ook in mijn huiskamer heb staan, alleen een beetje kleiner, en besluitJolanda te vragen of ze onkruid voor mij wil plukken voor een bioloog die zich enorm interesseert voor alles wat op dewereld groeit en bloeit wat hij niet kent. Her en der trok ze wat van degrasveldjes en gaf ze gauw aan mij. Ik had helemaal nog niks in de gaten en wistnu  hoe het plantje eruit zag enbegon zelf ook wat te plukken. Ik wilde voldoende heelhuids mee naar huis nemen.Ineens, zomaar uit het niets duikt daar een parkwachter op mijn nek met hetverbod nog meer te plukken. Ik schrik me rot en zoek naar engelse woorden om uitte leggen waarom ik deze pluk. Kennelijk vond de parkwachter dit een goede rede.Verbood me verder nog te plukken en liet me gaan met de stekjes die ik al had.Aan het einde van de tocht gaan  weeten in de buitenlucht. Een overkapping zorgt ervoor dat we niet in de regenzitten en op de keuken hebben we prima zicht. Pollo (kip) en rund is hethoofdgerecht met een bruine bonendrapje en niet te vergeten papaja en meloen. Deenorm grote aasgieren langs het restaurantje doen hun best met wachten opeventueel afval of verloren voedsel van de toeristen. 

 Na het bezoek van deze site lopen we wat door het centrum vanFlores. We zien een internet café waar we wat mailtjes versturen naar vrienden.Guatamala en internet! Kun je er een voorstelling van maken? Jolanda had ons tevorenuitgenodigd bij haar te komen eten dus lekker douchen en met een bootje over dewateren van de schiereilanden richting haar huis. Het was wel even schrikkentoen ze zag dat we met 35 man arriveerden. Normaal gaat de helft van dereisgroep maar mee. Het was heerlijk. Haar hardwerkende familie zorgde voor demeest lekkere maaltijden al zittend aan een soort bar uitzicht op haar prachtigetuin. Later kletsen we onder het genot van een glas bier of wijn nog na met onzereisgenoten over hoe schitterend het allemaal is en het gevoel hebbende dat weal twee weken aan het rondreizen waren terwijl we pas 5 dagen onderweg waren.                                                                                    

Devolgende ochtend worden we gewekt door het prachtige gefluit van vogels. En datom 5:00 uur ’s ochtends. Op een nationaal vliegveld van Flores wisselen we detravellercheques tegen Dollars omdat we weer richting Mexico gaan reizen. Hetduurt even voordat iedereen zijn cheques heeft gewisseld want het is zondag duszit er maar één lokettiste. In die tussentijd neus ik wat rond in de hal vandit vliegveld en zie een bewaker staan. Hij heeft een vriendelijk gezicht dusheb ik het lef te vragen of hij met mij op de foto wil. Leuk plaatje voor thuis,blabla! Hij vond het prima en met een brede glimlach stoer zijn geweervasthoudend staat hij nu op het plaatje. Een eindje verder zie ik wat kinderenlopen met een krukje een borstel en een potje in de hand. Ze installeren zichbij de voordeur van het vliegveldje en weldra komen er enkele Guatemalteeksemannen naar hen toe. De kinderen zijn, schat ik, een jaar of 9 á 10 en doen hunbest om geld binnen te krijgen voor de familie. Eigenlijk is dit kinderarbeidmaar je moet wat als je in armoede leeft. Het jongetje vraagt me of hij mijn schoenen mag poetsen maar kennelijk heeft hij niet in de gatendat mijn schoenen van stof zijn en ik sla netjes af. Er wordt overigensbehoorlijk gebedeld op straat. We weten dat het van belang is dat de kinderenmoeten leren, “voor wat hoort wat”. De kinderen krijgen hier alleen geld vantoeristen als de toerist daar iets voor terug krijgt. Alle welvarende weten datminder bedeelden leren handelen een beginnende remedie is tegen criminaliteit.Op deze manier leert Vivian de jeugd op haar weg wat bij. En ze kennen haarallemaal. Ze reageren allemaal enthousiast als wij weer eens een plaats aandoen. Maar hierover later wat meer.

Weverlaten Flores en  zetten de reisvoort richting Yaxchilán. In Las Cruses stoppen we even om wat te drinken en teeten en niet te vergeten te plassen. De dorpelingen profiteren van de plassendetoeristen en vragen 1 Chetzal (munteenheid van Guatemala) voor het gebruik vanhen buiten toiletje. En terecht! Ik had nog wat tijd om de bevolking tebekijken. Het zijn zulke prachtige mensen om te zien. Het volk van Mexico,Belize en Guatemala doen het over het algemeen rustig aan in hun leven. Watenkel van belang is, is het binnenhalen van de oogst, voedsel voor het gezin,voor die dag. Meer niet. De rest laten ze staan met het geluk de oogst binnen tekunnen halen voor zolang het nog niet weggerot is. Het zijn altijd de mannen diedit werk verrichten. De minste mogen zich rijk noemen als zij in het bezit zijnvan een klein stukje grond. De meeste huren dan ook een stukje grond van iemanddie een groot stuk grond huurt van een pachter. Als het werk voor die dag isgedaan keren de mannen terug naar hun dorp om daar sociale kontakten teonderhouden met buren en vrienden voor de rest van de middag. 

Dit was inderdaadhet straatbeeld die ik vernam in Las Cruses. Draaide ik mijn hoofd dan zag ikaan de overkant van de straat de hardwerkende vrouwen aan de verkoop van degeoogste goederen. Voor ons tegenwoordig een vreemde gewaarwording maar dezemensen zijn op deze manier tevreden. Weer later maken we een “emotionelestop” in het dorp Palestina wat een typisch voorbeeld geeft van de arme dorpenin Guatemala. Kinderen in versleten kleren en weinig om mee te spelen. Enkelemedereizigers hebben wat spulletjes van thuis meegenomen zoals pennen enballonnen. De kinderen zijn erg lief voor elkaar. Steeds als ze wat krijgen vanpasserende toeristen verdelen ze dit onder elkaar. De mensen zijn arm maar nietzielig. Het belangrijkste is er en dat is onderdak en net voldoende voeding.Vivian heeft een nauwe band met de kinderen van het dorp Palestina. Als ze weereens met een groep toeristen aankomt voor een kopje koffie wordt ze hartelijkontvangen en wordt haar meteen gevraagd wanneer de volgende keer is dat ze weerlangskomt. In de tijd dat we even in het dorp rond kunnen wandelen leert Viviande kinderen wat bij. Ze heeft grootse plannen met dit dorp en wil er ooit eenseen project op gaan zetten. Nu voorziet ze de kinderen nog van kleine giften dieze goed kunnen gebruiken als ze naar school gaan. Wij reisgenoten hebben ditgoed onthouden en er werden onderweg plannen gemaakt hoe we een beginnetjekonden maken voor haar project. Ik kijk vertederd toe hoe Vivian omgaat met dekleine Guatemalteekse kindjes om ze van alles te leren. Vivian haalt er eenwoordenboekje bij en op deze manier leert ze weer wat Spaanse woordjes bij.Midden in het dorp staat een gigantische boom met vruchtjes eraan. Een van dereisgenoten is erg lang en de kinderen uit het dorp vragen of “El Gigante”de vruchtjes wil plukken voor ze. Voor de kinderen is het een klein lekkernijtjevoor tussendoor.  

Ikmoet erg plassen en besluit gauw te gaan voor we weer vertrekken en trek meterug in een houten hokje met een betonnen po erin. Ik had net zo goed buiten inde bossen kunnen gaan zitten. Het varken wat naast het kotje ligt laat zich nietstoren en ligt lekker dik en smerig te wezen in de schaduw van een boom. (ikvraag me af wanneer ze die zullen gaan slachten en eten. Per slot van rekeningloopt het al tegen kerstmis). Ik loop nog wat rond in het dorpje en zie eenzondagschool. De kinderen gaan juist gymmen en lopen in een nette rij achter dejuf. Ze zien mij langslopen met een camera om mijn hals en prompt stoppen allekindjes inclusief de juf om vervolgens met een grote glimlach te poseren. Ikmoet een foto maken, of ik nu wil of niet.

Naeen eindje verder lopen langs de typische Maya hutjes die de bevolking al eeuwenbouwt en er in leeft komen we langs een kazerne. Op dringend aanraden van eenreisgenoot verberg ik mijn cameraatje voor het geval ze die in beslag komennemen. Het is vaker verboden dan toegestaan om een foto te maken van dit soortgelegenheden en om nou juist mijn 7de volgeschoten fotorolletje af telaten nemen, daar had ik geen zin in. Na een afscheid van zwaaiende kinderenrijden we verder met weemoed in onze ziel. Na dit bezoek besef je pas wat jethuis allemaal hebt. We praten er in de bus nog wat over na om er begrip van tekrijgen dat niet de hele wereld de mogelijkheden en middelen heeft voor eenwelvarend leven. Al met al weten we dat deze bevolking gelukkig is zo als zijleven. Als ik mezelf eens hoor zeuren over het een of ander als nieuwe schoenendenk ik gauw terug aan het dorpje Palestina in Guatemala. Niet dat ik hetgeenwat ik wilde hebben niet meer ga kopen maar puur het besef van mijn rijkdom.  

Wevaren de rivier Rio Usumacinta af (dit is de grens tussen Mexico en Guatemala).Het kon wel eens zijn dat we hier krokodillen zouden zien maar helaas, dit wasons even niet gegund. Waarschijnlijk was het te warm voor de krokodillen zich telaten zien. Het passeren van de grens gebeurt hier nu illegaal. Vivian zaltijdens het bezichtigen van deze site onze paspoorten laten zien en stempelenbij de Mexicaanse grens. Ik word ondertussen weer volgestouwd met informatieover koning Papegaai Jaguar en koningin Xoc Jaguar wat mij overigens het meesteindruk heeft gemaakt door het verhaal. 

Yaxchilán  is het prototype van de verloren stad in de Lacandon RainForest. Het ligt meer dan 10 meter boven de waterspiegel aan de linkerkant vande rivier Rio Usumacinta en is 2000 jaar oud. Deze tempels dateren uit de laatklassieke periode. De tempels 12 en 22 zijn schitterend. Een lange trap verbindthet grote plein  met de grootste akropolis tempel 33 die op een hoge heuvelstaat. Yaxchilán heeft heel veel hiërogliefen en afbeeldingen van de koningPapegaai (bird) Jaguar en de vrouwelijke Xoc Jaguar en hun zoon Schild Jaguar.Vooral afbeeldingen van Papegaai Jaguar die een bloedoffer geeft zijn hier tezien. Tempel 33 is voor vele Maya afstammelingen nog steeds een heilige plaats.Zij bezoeken het beeld van Papegaai Jaguar die daar onthoofd ligt in tempel 33.

Hierin deze jungle konden we de brulapen wel goed zien. Ze zweefde boven ons in dehoge kapokbomen waar er maar weinig van stonden in een open vlakte. Op eenbepaald moment besloot ik van de groep weg te lopen en mijn gedachten te latengaan naar de tijd hoe de maya’s hier geleefd moeten hebben. Ik beklim debadplaats van Koningin Xoc Jaguar en stel me haar voor, badend in het ruime badmet haar onderdanen naast haar die haar voorzien van alles wat ze nodig heeft.Opeens hoor en voel ik wat langs suizen. Ik weet dat het van boven komt. Jawel,mijn gedachten worden ruw verstoord door één van de twee brulapen die heeftbesloten eens lekker dwars te zitten. Dit houdt hij vol tot aan het staandetablet met de afbeelding van Koning Papegaai Jaguar met naast hem zijn zoonSchild Jaguar die op de afbeelding een bloedoffer moet brengen middels eendoorboring door zijn mannelijke geslachtsdeel. Bij elk tablet worden de verhalenluguberder. Bloedoffers door middel van vingerperforaties en tongperforatieswaar bij de vorige site bezoeken helemaal geen sprake van is geweest.Bloemenoffers klinkt mij ook wel wat vriendelijker in oren dan bloedoffers. DeMaya’s vingen het bloed op  in eenbakje en vermengde dit met verschillende kruiden en boombladeren. Dit werd danin brand gestoken om de opkomende rook op te snuiven om zo in hogere sferen tekomen. Het kauwen van het blad wat een extase geeft is nog steeds mogelijk maarik heb het maar niet geprobeerd!

Weerterug de Rio usumacinta rivier af gaan we richting grenskantoor van Mexico vooreen volgend tempel bezoek in Palenque. Hier ontdek ik dat ik mijn visumpje kwijtben! Ik, zo zuinig als ik ben, ben een belangrijk papiertje kwijt om Mexicostraks weer te verlaten. Zonder dat papiertje kom ik er gewoon niet door. Ik waser van overtuigd dat het bij de grens van Guatemala eruit was gehaald engewoonweg niet terug in mijn paspoort is gedaan. Vivian stelt me gerust enverteld dat we in Palenque de kans krijgen om zo’n nieuw visumpapiertje tekopen. Ik dacht nog: “hoezo, kopen”? Ik ben hier toch, ik had er toch ééntje.Nou ja, gewoon lekker verder met de reis en niet meer aan denken.  We moesten vlak over de grens nog wachten voor een groepmannen die aan de weg van de brug aan het werken waren. Er zat een enorm gat inde weg. Grote machines stonden midden op de brug dus dit kon nog wel een tijdjeduren. Aangezien de file nu toch wat te lang werd naar de zin van deze werkendemensen werd er even een flink tempo ingezet. Het gat werd in no-time vol gestorten voorzien van een stuk betongaas zodat we er snel overheen konden. Dit allesheeft maar een kwartier geduurd. In het donker rijden we nu door de provincieChiapas. Het is vooral uitkijken voor, zoals Vivian ze noemt, de “boefjes”.Hiermee wordt de politie van Mexico bedoeld. Eigenlijk is dit de hele reis dooroppassen geblazen. Onderweg zien we een pick-up langs de kant stil staan met depolitie erbij. Heldhaftig handgebarend probeert de man van de pick-up ietsduidelijk te maken aan de politie. Heel egoïstisch bedenk ik me, maar ookmeerdere weggebruikers die deze zielige man passeren: “liever hij dan ik”. De “boefjes” zijn namelijk dol optoeristenbussen en eens in de zoveel tijd houden ze die ook aan met de gedachteer sowieso een slaatje uit te slaan want waarschijnlijk heeft de man met depick-up iets van zijn goederen in moeten leveren aan die meneer de policiawaarna hij gewoon weer door mocht rijden. De meeste politieagenten in dezelanden zien er uit als corrupte mensen maar erger nog is, dat hier maar weerbewezen wordt dat ze dat, al vragen ze maar kleine dingen, ook zijn. De man metde pick-up komt met misschien 2 kippen minder thuis dan de bedoeling was en menkan er niks tegen doen. Het gebeurt gewoon. 

Palenquebetekent “groot water”. Verborgen in het regenwoud van Chiapas ligt de oude MayastadPalenque uit de klassieke tijd. Deze Maya stad is vooral bekend om de tempel vaninscripties.  Pacal was hier de belangrijkste man en ligt begraven onder deze tempel. Koning Pacal heeft hier 68 jaar aan het hoofdgestaan wat uitzonderlijk is want 35 jaar aan het hoofd staan was een gemiddeldetroonbehoud. In het akropolis begint onze plaatselijke gids Ernesto eenschitterend verhaal te vertellen over hoe de Maya’s vroeger leefden. Je hadeen Koning en zijn vrouw. Daarna kwamen de geleerden en de strijders endaaronder de burgers. We voerden een klein toneelstukje op zodat iedereen eengoede indruk kreeg hoe deze stammen vroeger met elkaar leefde. Ernesto biedt onsnog een jungle tocht aan door het Lacandoonse regenwoud waar nog enkeleverborgen Maya huisjes liggen en we ontmoeten er de indianen van dit regenwouddie 50 jaar geleden in deze omgeving ontdekt zijn. In het hotel schrik ik nutoch even. Een salamander boven mijn bed. En die moest er dus uit. Achterafgezien moest ik blij zijn dat het een salamander was en geen kakkerlak.Kakkerlakken getuigen van vuil maar salamanders daarentegen eten muggen. Wekrijgen de volgende ochtend de gelegenheid om souvenirs te kopen. We lopen doorde straten en markten waar je leuke dingetjes kunt kopen zoals armbandjes enlekkernijen. Helaas had ik daar weinig tijd voor want ik moest mijn visumpjeopnieuw gaan kopen.  

Uxmalbetekent“drie keer gebouwd” en is door de Tolteken beïnvloed. De tempels in Uxmalzijn de tempel van de waarzegger, de nonnentempel, het balspel, het paleis vande gouverneur en de schildpad tempel. De site is uit de late klassieke periodeen heeft veel puuc stijl gebouwen. Men gelooft dat de tempel van de waarzeggerin een nacht is gebouwd maar archeologen vertellen dat de tempel in 5 fases isgebouwd. De legendarische associatie van de tempel en de waarzegger kunnenuitgelegd worden als zijnde dat het gebruikt werd als een niet gangbaremysterische school en ceremoniaal centrum. De nonnentempel werd waarschijnlijkgebruikt als school voor de lessen van helers, astronomen, wiskundigen, shamansen priesters. De tempels zijn gebouwd op de ligging van de planeten waaronderVenus een belangrijke rol speelt. Men geloofde dat deze planeet voor regenzorgde. 

Na deze site bezoeken we de stad Merida en genieten wevan onslaatste diner met de reisleidster, waar we haar verrassen met een geldbedrag datwe allemaal hebben uitgelegd ten behoeve van haar ‘project’ in Palestina. Ditwas een zeer emotioneel gebeuren, want dit had ze geheel niet verwacht.  De laatste site die we gaan bezoeken is Chichénitzá. 

ChizénItzá is eengroot post-klassieke Mayan stad met Tolteekse invloeden. De grote tempel “ElCastillo” of de tempel van Kukulcán is een  tempel die aan al de vierzijden gelijk is en een groot intacte tempel boven op de piramide heeft staan.Aan al de  vier dezijden zijn  91 treden die waarschijnlijk de telling van de Maya kalender vanhet jaar voorstellen, de tempel bovenop is dan de 365ste trede. De tempel van de krijgers heeft pilaren voor zich staan.Diegene die zich als echte krijger had gedragen door de stad te redden van zijnvijanden kreeg een pilaar-tombe. Chizén Itzá herbergt het grootste antiekebalspeelplein van Mexico. Het balspel heet “Pelote” en gebeurt met eenrubberen bal van ongeveer 2 tot 3 kilo die door een ring moest worden geworpenmiddels de heupen of de knieën. Het spel kon soms dagen duren. De verliezerswerden dan aan de goden geofferd. Of waren het de winnaars? “El Caracol” of  de slakken tempel is het observatorium en sterrenwacht vandeze stad. De ramen zijn gericht op de voor de Maya’s belangrijke sterren waarVenus er één van is. De belangrijke reinigingsplaats voor Chichén Itzá wasde “Cenote”. Het donkere water van de bron ontving mensenoffers uit naam vande regengod Chaac. Men geloofde dat de bron toegang gaf tot de onderwereld. 

Na een reis van een week rusten we uit in Tulum in hotelCostah Tankah.Witte stranden, palmen en de blauwe Caribische zee waar jeheerlijk kunt snorkelen en duiken. Regelmatig trekkenwe er op uit om de omgeving te verkennen en nemen een “collectiva”. Dit zijnde goedkope deeltaxi’s die van de ene naar de andere stad rijden tegen eenlaag bedrag. Ook profiteert de plaatselijke bevolking van reizende toeristen.Het is vertrouwd en gezellig om met Mexicanen mee te reizen en ze zijn bereid jete helpen en informatie te geven over het land. Wij hebben deze bevolkingervaren als behulpzame, lieve en gezellige mensen.

verdernaar bibliografie en links

</tableborder=”0″>