Maya schrift

Het ontcijferen van hetMayaschrift is een langlopende en arbeidsintensieve opgave geweest. De Maya’s haddende beschikking over ongeveer een 800 tekens die in verschillende combinatiesgebruikt werden. Dat dit geen gewoon schrift was had men al snel door, maar hoedit schrift wel ‘gelezen’ moest worden wist men niet. Laat staan hoe deuitspraak zou zijn. Hierdoor is het een van de meest uitdagendste opgave vandeze tijd. Minder dan 50 jaar geleden hield men het voor onmogelijk dit schriftooit te ontcijferen. Echter is men er uiteindelijk in geslaagd om een groot deelte kunnen benoemen en te kunnen lezen. Dit heeft ook het beeld van de Maya’sdrastisch gewijzigd, omdat er oorlogen en rituelen beschreven werden die eerstniet voor mogelijk werden gehouden. 

Toen de eerste Spaanseveroveraars het land van de Maya’s betraden, was het hiërogliefenschrift nogvolop in gebruik. In de overtuiging dat de boeken en het schrift zelf deverovering en de christelijke bekering verhinderden, deden de Spanjaarden eralles aan om ieder spoor van de indiaanse intellectuele cultuur uit te wissen.Alle boeken die gevonden werden gingen op de brandstapel waardoor een gehelecultuur verbrand werd waar honderden jaren aan gewerkt was.  Slechts vier’boeken’ van de Maya’s hebben de brandstapels weten te ontkomen en hebben hetvochtige klimaat overleeft. Drie hiervan zijn hoogstwaarschijnlijk als exotischgeschenk naar europa verscheept waarvan één is op onverklaarbare wijze via Wenenuiteindelijk in Dresden terecht gekomen. 

klik op foto voor vergroting (397 kb)

Codex Dresden: Het bestbehouden gebleven van de vier vouwboeken van de Maya’s. De laatpostklassieke codex, die 78 bladzijden telt en 365 cm lang is, bevindt zich sinds 1739 inDresden. Op de beschreven pagina’s staan ingewikkelde tabellen waarin detoekomstige stand van Venus en zons- en maansverduisteringen zijn berekend. Hierinwerd de rituele kalender van 260 dagen  ook gebruikt voor bepaling van gunstige ofongunstige dagen voor bepaalde handelingen. 
Codex Madrid: Dit boek teltmaar liefst 112 bladzijden en is het langste vouwboek van de Maya’s. Een anderenaam voor deze codex is Tro-Cortesianus, afgeleid van de naam van een vroegerebezitter. Deze codex is minder zorgvuldig uitgevoerd. Ook deze bevat almanakkenop basis van de 260 dagen kalender (Tzolk’in).

 

Codex Parijs: Deze codexbestaat slechts uit fragmenten en telt 22 bladzijden. Hierin worden devoorspellingen voor de 13 k’atun-perioden  van de korte telling en voorafzonderlijke jaren gegeven. Verder word er de schepping van het universum enover de 13 sterrenbeelden van de Maya-dierenriem. 

Codex Grolier: Deze codex isvernoemt naar de galerij waar het eerst tentoongesteld werd. Het werd ontdekt inde jaren ’70 door plunderaars in een droog hol in Mexico. Het telt 11 pagina’sen werd in het begin als een vervalsing gezien. Onderzoek heeft uitgewezen dathet papier uit de mayatijd komt en als echt beschouwd kan worden. Deze codexbestaat uitsluitend uit gliefen die getallen voorstellen.

 Voorhet gehele overzicht van alle pagina’s van bovenstaande codexen kijk op: http://www.famsi.org/mayawriting/codices/
Klik op  Dresden, Paris, Madrid of Grolier  om dan uit alle pagina’s te kunnenkiezen.

In 1810 was het Alexander vonHumboldt die begon met het interpreteren van het Dresden-codex en legde hiermeede basis voor de herontdekking van het Maya-schrift. Drie decennia later warenhet John LLoyd Stephens (1805-1852) en zijn tekenaar Frederick Catherwood(1799-1854) die met briljante en gedetailleerde tekeningen terugkwamen van hunontdekkingsreizen door de Maya-jungles. Deze tekeningen brachten de connectietussen de bouwwerken en de schriften bijeen.  Tot de pioniers van hetonderzoek behoort de filosoof Ernst Festermann (1822-1906), die als bibliothecaris in Dresden waakte over decodex. Hij ontcijferde het hele kalendersysteem en de astronomische tabellen inde codex. Ook ontdekte hij dat de maya’s beschikten over een telsysteem dat wasgebaseerd op eenheden van 20 en dat ze het begrip nul kenden. Het was de AmerikaanJoseph Goodman die de ‘nuldatum’ van de Maya’s berekende aan de handvan vergelijken van gebeurtenissen uit de koloniale tijd met de maya-data. De Russisch-Amerikaanse Tatiana Proskouriakoff (1909-1985) identificeerde talloze werkwoorden op stéles zoals geboren worden, sterven, troonbestijging engevangen nemen. De Duits-Mexicaanse archeoloog Heinrich Berlin (1915-1987)had geopperd dat het mayaschrift een embleemhiëroglief betrof die het levenbeschreven van de vorsten en plaatsen, waarin hij helemaal gelijk kreeg. 

Het was Yurii Knorozov(1922-1999) die het ‘lezen’ van het mayaschrift mogelijk maakte. Hij was het,als Russisch soldaat  tijdens de oorlog die een uitgave van Diego deLanda’s ‘Relancisn de las cosas de Yucatán’ vond in Berlijn en deze meenamnaar Leningrad. In dit verslag stond onder andere de schrifttekens van de Maya’smet daarbij een Latijnse letter. Maar het mayaschrift waren geen letters want800 tekens konden onmogelijk een alfabet zijn. Een schrift van alleen begrippenof woorden kon het ook niet zijn, aangezien geen taal aan ca. 800 woorden genoegheeft. Het leek zeer veel op het Sumerische spijkerschrift dat ruim 600 tekenskende. Dit schrift bestond uit een combinatie van woord- enlettergreeptekens.  Langzaam konden er een voor een lettergrepen wordenvastgesteld en het schrift ontcijferd worden. Het heeft tot de jaren 60 geduurdvoordat de theorie en bewijzen erkent werden door de gevestigde orde vanMayakunde. Heden zijn er ruim 300 tekens ontcijferd en nog zo’n aantal heeft meneen idee wat het betekent. 

verdernaar Mayagoden