Mayapán

Mayapán, dat het symbool is geworden van de ondergang van de Maya’s, is niet zoals de steden Chichén Itzá en Uxmal volgens een ordelijk patroon gebouwd met een ruim en open karakter, maar is veel rommeliger gebouwd. De ommuurde stad bestond uit een wirwar van gebouwen van uiteenlopende grootte, verbonden door nauwe straten. De hoofdpiramide is een kleinere, grof gebouwde kopie van El Castillo in Chichén Itzá. Het toppunt van de stad moet in de 14de en 15de eeuw zijn geweest met zo’n 4000 gebouwen. Bij de aanblik van de ruïnes is het moeilijk voor te stellen dat Mayapán zowel Chichén Itzá als Uxmal heeft kunnen verslaan. De Cocom-familie die over Mayapán heerste hield de macht in handen door potentiële rivalen achter de bijna twee meter hoge stadsmuur te gijzelen, waarna deze stukken land en macht kregen. Het leger bestond uit huurlingen uit Tabasco die trouw waren door hen de oorlogsbuit in het vooruitzicht te stellen. Mayapán heeft een inwonersaantal van maximaal 12.000 gehad die binnen de stadmuren leefde, die bij elkaar 8 kilometer lang was en een gemiddelde dikte van 5.70 meter had. De grote aantallen wierookbranders (zie hiernaast) die in Mayapán werden gevonden, wijze op massaproductie, iets dat nieuw was in de Maya-beschaving. Ook werden hier voor het eerst pijl-en-bogen gevonden. Mayapán is klaarblijkelijk ten onder gegaan op dezelfde wijze als de stad was ontstaan – door een bloedige opstand rond het jaar 1441.Met de teloorgang van de stad viel de federatie uiteen in 16 rivaliserende ministaatjes, die elkaar territorium bekampten.